Groene schelpzwam ( Panellus serotinus )
Groene schelpzwammen zijn echte "winterzwammen".
Ze hebben een soort gelatinelaagje over hun hoed, dat hen tegen uitdroging beschermt.
Mochten ze in de winter toch uitdrogen, dan kunnen ze dat toch een tijdje uithouden en zwellen ze in de regen weer op.
De groene schelpzwam groeit op dode stammen in loof- en gemengde bossen en in broekbossen op els, berk, beuk en eik.
Alleen of in groepen groeiend.
Bij jonge exemplaren is de schelpvormige hoed donkergroen (bruingroen), mat en vettig.
Bij het ouder worden gaat het slijmlaagje er af, droogt de hoedhuid op en verkleurt naar (groen)grijs.
Eenmaal "bejaard", zijn ze okergeel.