Wezel ( Mustela nivalis )
De wezel is het kleinste roofzoogdier ter wereld.
Een vrouwtjeswezel weegt slechts 35 gram, lichter dan een veldmuis.
De wezel is een lang dier met een klein lichaam.
Een volwassen dier is circa 4 tot 5 centimeter dik en 16,5 tot 24 centimeter lang.
De staart is ongeveer 6 centimeter.
Vrouwtjes zijn een stuk kleiner dan mannetjes.
Mannetjes worden 16 tot 31 centimeter lang, met een staartlengte van 6 tot 12,5 centimeter en een gewicht van 54 tot 73 gram.
Vrouwtjes hebben een kop-romplengte van 14,8 tot 18,1 centimeter, een staartlengte van 3 tot 8,8 centimeter, en een gewicht van 30 tot 35 gram.
Wezels hebben een roodachtig tot kastanjebruine rugzijde en een witte buikzijde, waarbij de grens tussen de kleuren onregelmatig is.
In het hoge noorden worden wezels in de winter (gedeeltelijk) wit, maar in België worden ze niet zuiver wit.
De witte vacht dient als camouflage.
Wezels hebben een witte vlek op de keel en hebben een bruinrode staart.
De staart heeft geen zwarte punt, zoals bij de grotere hermelijn, die verder veel op de wezel lijkt.
Wezels leven solitair.
Het territorium van een mannetje overlapt meestal meerdere territoria van vrouwtjes.
Het hol is vaak een oud hol van een gedood prooidier.
Het nest wordt in koudere streken bedekt met de vacht van prooidieren.
Vrouwtjes leggen in de zomer voedselvoorraden aan, waardoor ze minder hoeven te jagen en energie sparen voor de dracht.
De wezel voedt zich voornamelijk met knaagdieren als muizen, maar ook grotere zoogdieren als konijnen en woelratten, vogels, eieren, reptielen en insecten.
Veel van hun prooidieren zijn groter dan de wezel zelf.
Als wezels jagen, achtervolgen ze prooien zoals kleine knaagdieren tot in hun hol.
De dieren eten ongeveer een derde van hun lichaamsgewicht aan voedsel per dag.
Ze moeten dagelijks eten om niet te sterven aan verhongering.