Oranjewever ( Euplectes franciscanus )
De oranjewever is gemiddeld 11 cm lang en weegt 12 tot 22 g.
Het is een kleine, opvallend zwart met rood gekleurde wever, althans het mannetje in de broedtijd.
De nek, rug, mantel, stuit en bovendekstaartveren zijn oranjerood gekleurd en de snavel, kruin, oorstreek, buik en de flanken zijn zwart.
Het vrouwtje en het mannetje buiten de broedtijd zijn vrij onopvallend, musachtig bruin en grijs gestreept met een vage, donkere oogstreep en een geelachtige wenkbrauwstreep, een donkere iris, bruine snavel en vleeskleurige poten.
Het leefgebied bestaat uit graslanden afgewisseld met struikgewas, maar ook agrarisch gebied zoals bijvoorbeeld rijst- en suikerrietakkers. De vogel nestelt vooral in vochtig terrein zoals tijdelijk onder water staande, met hoog gras begroeide overstromingsvlakten,meestal in laagland,maar in Ethiopië ook in hoogvlakten tot op 2000 m boven de zeespiegel.
Deze soort komt voor in westelijk, centraal en oostelijk Afrika.