Blauwe glazenmaker ( Aeshna cyanea )
Fors gebouwde glazenmaker tot 76 mm.
Achterlijf donker met mozaïektekening van licht gekleurde vlekken.
Veel minder blauw dan de naam doet vermoeden.
Zijkant borststuk grasgroen met dikke zwarte naadstrepen.
Schouderstrepen verbreed tot brede groene vlakken.
De lichte vlekken op achterlijfsegmenten 8-10 zijn groot en ‘samengevloeid’, niet meer herkenbaar als gepaarde vlekken.
Deze contrasterende lichte punt van het achterlijf wordt wel ‘lampionnetje’ genoemd.
Segment 2 met brede groene spijkervormige tekening.
Mannetje: Ogen aan bovenkant blauw.
Vlekken aan zijkant van achterlijf en gehele lampionnetje blauw.
Overige lichte vlekken op het achterlijf meestal grasgroen, maar soms ook blauw.
Vrouwtje: Alle lichte delen aanvankelijk geel, later groen. Ogen aan bovenkant bruin.
Vliegperiode van eind mei tot eind oktober, met een piek van eind juli tot half september.
Jagende en patrouillerende blauwe glazenmakers vliegen in een rustig tempo laag over de grond, op plaatsen met veel halfschaduw.
Ze zoeken hun omgeving minutieus af en komen daarbij vaak opvallend dicht in de buurt van mensen en bebouwing.
Gewoonlijk duurt de levenscyclus twee jaar.
De eerste winter als ei, de tweede winter als larve en het uitsluipen in de maanden juli en augustus.
In ondiepe wateren en warme zomers kan een larve echter al voor de winter volgroeid zijn en nog diezelfde zomer uitsluipen.
De rijpingsduur van de imago is drie tot zes weken, en de levensduur van de imago acht tot tien weken.