De metaalachtige groene, blauwe of koperkleurige kever is niet ongewoon, maar vanwege zijn kleine formaat van vijf tot acht millimeter wordt er weinig aandacht aan besteed. 

Het nekschild is langwerpig, hartvormig, aan de zijkant afgerond en niet gerond. 

Het is aanzienlijk smaller dan de vleugeldeksels.

Het hoofd is naar voren gestrekt en niet plotseling vernauwd achter de slapen. 

De ogen zitten op de zijkant van het hoofd.

 Ze zijn hoog gebogen en eivormig gezien vanaf de zijkant. 

Het voorhoofd is veel breder tussen de ogen dan tussen de afbuiging van de voelsprieten. 

De afgeronde schouders steken duidelijk uit de basis van het nekschild. 

Elke vleugeldekking heeft vier licht verhoogde nerven.