De kever verschijnt in verschillende kleuren.

Soms geheel groen metallic, maar ook blauw, bruin metallic of groenbruin.

De engerlingen van de Anomala zijn vaak te vinden in aspergeplanten, kerstbomen, maar ook in sierplanten en grassen.

De ontwikkeling van ei tot kever bedraagt twee jaar.

Het is een soort uit de familie van de bladsprietkevers.

De typische habitat is open zand- of kleizandbodems met fragmentarische vegetatie.

 

Ze  komen voor van mei tot augustus en zijn actief bij warm weer, ze vliegen of zwermen op zonnige dagen en warme avonden en bezoeken vaak bloemen, ze grazen op een breed scala aan gebladerte .

De paring vindt plaats vanaf eind mei of juni en de vrouwtjes graven zich in het zand om eitjes te leggen.

Ze kiezen meestal plekken met bloot zand die vrij zijn van bladafval of ander vuil en kunnen meerdere partijen eieren leggen. 

Larven ontwikkelen zich tussen 30 en 60 cm onder het oppervlak, ze consumeren de wortels van wilde grassen, graangewassen en struiken enz., en doorlopen drie stadia; in de herfst graven ze dieper in de grond en overwinteren ze in het tweede stadium, hervatten dan de voeding en voltooien hun ontwikkeling de volgende lente.

 

Verpopping vindt plaats in een ondergrondse cel en dit stadium duurt tussen de dertig en veertig dagen. 

Deze levenscyclus van twee jaar is gebruikelijk in het grootste deel van het Europese verspreidingsgebied, maar onder optimale ecologische en nutritionele omstandigheden kan de soort univoltien zijn.