Zandblauwtje ( Jasione montana )
In de pollen staat een flink aantal stengels min of meer recht bij elkaar.
Aan de voet van de stengels zitten verspreid staande omgekeerd eironde bladeren, maar naar boven toe zijn de bladeren lijn-lancetvormig.
Ze hebben een gave tot gegolfde bladrand.
De bladeren en het onderste deel van de stengels zijn behaard.
Het bovenste deel van de stengel is niet bebladerd en kaal.
De holle stengels eindigen in hoofdjes met veel blauwe bloemen.
Iedere bloem heeft een onderstandig vruchtbeginsel.
Daarop staat een vergroeidbladige kelk met vijf kleine kelkslippen.
De vijf blauwe kroonbladen zijn aan de benedenzijde vergroeid, maar verder zijn de blauwe kroonslippen vrij.
De priemvormige helmdraden dragen helmknoppen die in het onderste gedeelte samenhangen en daardoor een kokertje vormen.
Daartussen door groeit de stijl met de platte stempel omhoog.
De bloemen worden door insecten bezocht die zorg dragen voor de bestuiving en de bevruchting.
Zandblauwtje is te vinden op droge, kalkarme en zandige bodem.