Steenbreekvaren ( Asplenium trichomanes )
De varen wordt het meest gevonden op oude, vochtige muren die op het noorden zijn gericht.
Hij kan slecht tegen droogte en vermijdt plaatsen in de volle zon.
Hoog op sluis- en brugmuren, boven het water, voelt de plant zich thuis.
Zeer zelden wordt steenbreekvaren groeiend in een greppel aangetroffen.
De bladen zijn gewoonlijk 20 cm lang, maar op vochtige plekken kunnen de bladen een lengte van 40 cm bereiken.
Ze zijn enkelgeveerd.
De in twee rijen staande talrijke vrijwel gaafrandige deelblaadjes zijn enigszins langwerpig of rond en helder lichtgroen van kleur.
In het tweede jaar vallen de deelblaadjes af.
De hoofdnerf valt later af.
De bladsteel en hoofdnerf zijn zwart tot donkerbruin.
Oudere planten lijken daardoor in de lente op pruikjes van zwartglanzend haar.
In Vlaanderen is de soort vrij zeldzaam en komt verspreid voor.