Mangroven

 

 

Mangroven zijn bomen en struiken die met hun wortels boven het water uit steken.

Ze komen meestal voor bij kusten en rivieren in een tropisch gebied met eb en vloed.

Hier vormen zij een verdedigingslinie tegen golven en wind.

Zowel vogels, reptielen als zoogdieren kunnen ongestoord leven tussen de wortels van de bomen.

Het grootste mangrovegebied in de wereld is Sundarbans, een natuurreservaat dat zich uitstrekt in de delta van de Vrahmaputra, Ganges en Meghna rivieren in India en Bangladesh.

Rhesusmakaken vinden er hun onderkomen, al moeten ze wel uitkijken dat ze niet ten prooi vallen aan Bengaalse tijgers.

Ook krokodillen, dolfijnen, krabben en slangen leven in de meanderende beken en rivieren van het mangrovebos.

In de mangrovebossen bij de kustlijn van Texas broeden bruine pelikanen en fregatvogels.

In de meeste landen waar men mangrovebossen heeft, vaak Afrikaanse, Zuid-Amerikaanse en Aziatische landen, worden boottochten georganiseerd over de rivieren.

De foto van de Mangroven hierboven is genomen o de kustlijn te El Gouna te Egypte als nieuw project.