Madeliefje - Bellis perennis
In het wild is het madeliefje een uiterst sterk plantje.
Het houdt van een zonnige plek en wordt tussen de 10 en 15 cm hoog.
Madeliefjes zijn meestal wit, maar je komt ze sporadisch ook wel tegen met rozewitte kroonblaadjes.
Het is moeilijk om ze weg te houden, maar het zijn geen agressieve woekeraars.
Het madeliefje komt voor op elke bodemtextuur en heeft een ruime tolerantie qua bodemvochtigheid en zuurgraad van de bodem.
De soort verkiest echter matig vochtig grasland.
De grootste populaties madeliefjes worden aangetroffen in traditionele, licht bemeste kamgrasweiden en in regelmatig gemaaid gazon. In schraalland ontbreekt de soort of is ze een indicatie van verstoring en verrijking.
In sterk bemest grasland kwijnt het madeliefje weg.
Onderaan de plant staat een wortelrozet en aan het einde van elke stengel staat een bloemhoofdje.
Elk bloemhoofdje heeft twee soorten bloempjes.
Centraal heb je de gele buisbloempjes met daarrond een krans van witte straalbloempjes.
De witte straalbloempjes zijn in feite gereduceerde lintbloempjes waarvan de bloemkroon is vergroeid tot één blad (= een lint) en waarvan de bovenste rand van de bloemkroon uit drie in plaats van vijf tanden bestaat.
Deze bloempjes zijn vrouwelijk, soms zelfs geslachtsloos en onvruchtbaar.
Bij het madeliefje kleuren de straalbloempjes aan de onderkomt en aan de toppen roze of rood door anthocyaan.
Anthocyaan is een rode kleurstof die in de cellen van hogere planten voorkomen.
Het zorgt onder andere ook voor de rode kleur van herfstbladeren of voor de rode kleur van rode kool maar ook van rode bessen.
Het roze verkleuren van de straalbloempjes bij het madeliefje is de voorbode van mooi weer.
Als het donker wordt of sluiten de bloemenhoofdjes zich en gaan ze hangen zodat het stuifmeel beschermd wordt tegen de regen.
Als de zon zich weer laat zien, gaan de bloemenhoofdjes weer open.
Ze draaien zelfs met de zon mee.
Waarschijnlijk helpt de rode kleurstof bij het openen van de hoofdjes wanneer het zonlicht ‘s morgens door de plant wordt omgezet in warmte.
Die rode kleur wordt vooral in de winter en het voorjaar waargenomen bij dan bloeiende hoofdjes.
Dus het madeliefje houdt gewoon van de zon!