Deze broodboom heeft zijn oorsprong in Japan, waar de aucuba veel voorkomt.

De Japanse naam is aoki ba, het is duidelijk dat de Latijnse naam op de Japanse is gebaseerd.

 Aoki ba betekent „groen blad”.

De Japanse broodboom heeft opvallende, dikke bladeren die het hele jaar groen blijven.

De kleur is heel typisch, er schiet ook wat geel tussen het groen.

In de natuur komt de Japanse broodboom vooral in vochtige gebieden voor.

Japan is bergachtig, de Japanse broodboom gedijt ook in de hoger gelegen streken, waar het natuurlijk kouder is.

Deze broodboom komt niet enkel in Japan voor, maar ook in de Korea's en in China.

Tot in de uitlopers van de Himalaya wordt de Japanse broodboom aangetroffen.

Vaak als struik, maar ook als kleine boom.

Dat deze haag in ons land niet inheems is, moet al niet meer gezegd worden, de naam is daar duidelijk over.

De Japanse broodboom werd in België ingevoerd omwille van zijn schoonheid.

Deze plant is daarenboven zeer wel in staat zich aan de omstandigheden in België aan te passen.

Niet alleen kan de Japanse broodboom goed overleven in ons niet altijd even aangenaam klimaat, de haag is ook opgewassen tegen vervuilde lucht. En vervuilde lucht komt toch wel veel voor in stedelijke gebieden.

In de tuin lijkt de Japanse broodboom op de laurierkers, met zijn dikke bladeren en de speciale kleur van de bladeren.

Toch gaan deze beide planten niet snel verward worden, omdat ze echt ieder hun eigen charme en uitstraling hebben.

Dat de Aucuba ook in de winter groen blijft heeft deze plant natuurlijk wel met de laurierkers gemeen en ook bij deze haag is net dat een belangrijke oorzaak voor haar geliefdheid.