Boekweit ( Fagopyrum esculentum )
Het is een eenjarige plant met een holle rechtopgaande, zich meermalen vertakkende, rode stengel.
De bladeren zijn driehpekig tot hartvormig en bevinden zich versreid op de knopen.
Het wortelstelsel omvat een zich sterk vertakkende penwortel.
De bloei begint al in een jong stadium, soms al na zes weken, en gaat dan vijfentwintig tot dertig dagen door.
De bloemen zijn in langstelige pluimen gegroepeerd, wit tot roze van kleur, en bevatten veel nectar.
Op arme gronden bereikt boekweit een hoogte van 50 cm.
Voordat de bloei ten einde is zijn er al rijpe vruchten.
Boekweit is een gewas van de arme gronden, de zandgronden en de dalgronden van hoogveen.
Op vruchtbare grond is de groei te weelderig en wordt het wel een meter hoog.
Er komt dan te veel blad aan de plant en de zaadvorming vermindert, bovendien gaat boekweit dan eerder plat liggen.
Op boekweitland werd geen mest gebracht.
Natte en zware gronden zijn ongeschikt voor boekweit; het is daar alleen als groenbeesting te gebruiken.