Bijenvoer, favoriet bij bijen en andere bestuivers zoals hommels.

Dit lila bloempje bloeit ook nog eens heel snel en makkelijk.

De Latijnse naam is Phacelia tanacetifolia en in het Nederlands heet dit soort ook wel bijenbrood of bijenvriend.

Het wordt ook gewoon Facelia genoemd.

Het behoort tot de familie Boraginaceae, oftewel de ruwbladigenfamilie.

De plant komt van oorsprong voor op berghellingen in en rondom Californië in de VS.

Bijenvoer wordt vaak gezaaid op een akker nadat het eerste gewas is geoogst.

Door bijenvoer te zaaien wordt de grond bezet gehouden t.o.v. onkruid.

Onkruid heeft dus geen kans, terwijl het bijenvoer juist rijkelijk bloeit en daarmee de andere voordelen geeft.

Als bijenvoer wordt omgeploegd aan het einde van het seizoen komt er veel extra voeding in de grond.

Omdat bijenvoer geen familie is van veelvoorkomende gewassen zoals gras, graan of kool zal het volgende gewas geen last hebben van emelten of andere schadelijke insecten.

De bloemen van bijenvoer zijn lila van kleur.

Ze hebben vijf kroonblaadjes en opvallende donkere meeldraden.

De bloempjes zitten dicht bij elkaar.

Als een bloempje gebloeid heeft komt daar een harig zaaddoosje en komen er weer nieuwe bloemen bij.

Als het bijenvoer dus al een tijdje gebloeid heeft zie je een hele rits harige zaaddoosjes waar de zaden in gemaakt worden.

De hoogte die bijenvoer bereikt is tussen de 60 en 110 cm. Meestal blijft de plant aan de kleine kant.

Bijenvoer groeit erg snel, al na 8 weken kan het bloeien. 

Het is niet winterhard. Het kan goed tegen droogte, maar zal dan geen nectar maken voor de bijen.