Vale gier ( Gyps fulvus )
De vale gier is een van de grootste vogels ter wereld.
Hij kan 95 tot 110 cm lang worden, gemeten van kop tot staart. En hij heeft een vleugelspanwijdte van 2,4 tot 2,8 meter lang.
Zijn gewicht bedraagt 6 tot 11 kg.
Zijn kop lijkt klein tegenover die van andere arenden, omdat deze wordt naar beneden gekromd tijdens de vlucht.
De vale gier zijn veren zijn zandkleurig tot donkerbruin van kleur.
De kop en lange hals zijn wit, net zoals de kraag tussen zijn hals en lichaam.
Zijn kop en hals zijn ook kaal. De slagpennen en zijn staartveren zijn donkerder tot zelfs zwart van kleur.
Hij wordt ook gekenmerkt aan de lange en brede vleugels, waarvan de vleugelpennen enigszins doen denken aan vingers wanneer hij vliegt. Zijn poten zijn relatief kort.
De jonge gieren zijn donkerder van kleur en hebben een bruine kraag zoals de vogel op de tweede foto.
Vale gieren eten alleen dode dieren.
Ze vinden deze door zwevend grote gebieden af te zoeken.
Elke gier speurt in een eigen gebied. Zodra één gier een kadaver vindt, volgen andere vale gieren razendsnel.
Daardoor kunnen in korte tijd grote aantallen op één karkas zitten.
Met gespreide vleugels wordt de rangorde bepaald.
Vale gieren eten vooral het spierweefsel en de interne organen van herten, wilde zwijnen en gemzen.
Hij komt voor in Zuidwest-Azië, delen van noordelijk Afrika, het Arabisch Schiereiland en zuidelijk Europa.
In Europa is dat dan vooral in Spanje, Portugal en Frankrijk, onder andere in de Pyreneeën.
In mei 2020 werd er een koppel vale gieren gespot te Balen in de provincie Antwerpen.
Bij vale gieren blijft een broedpaar hun hele leven bij elkaar, ze zijn monogaam.
Ze broeden in kolonies en de nesten liggen minstens twee meter van elkaar verwijderd.
Er wordt maar één ei per jaar gelegd dat door beide ouders wordt uitgebroed.