Noordelijke kuifcaracara ( Caracara cheriway )
De Noordelijke kuifcaracara is een relatief grote roofvogel met een overwegend zwart en wit verenkleed.
Volwassen exemplaren hebben een witte keel en nek én een grijze snavel met een opvallende, gele basis.
De poten zijn stevig gebouwd en geel/oranje van kleur.
De lengte van een volwassen exemplaar bedraagt gemiddeld 49 tot 58 cm met een spanwijdte van 107 tot 130 cm.
Een volwassen vogel weegt circa 850 tot 1500 gram.
In tegenstelling tot de volwassen vogels, hebben jonge exemplaren een grijze snavel met een paars/roze basis in plaats van een gele basis. Deze paarse kleur zal vervangen worden door geel in de loop van de tijd.
Ook hebben de jonge vogels in plaats van een witte nek een bruine nek in tegenstelling tot de volwassenen die een witte nek hebben.
Deze soort komt voor van de zuidelijke Verenigde Staten tot noordelijk Zuid-Amerika.
De soort komt het meest voor in de buurt van veeboerderijen met verdeelde bomen en kleine bossen, mits er niet te veel mensen aanwezig zijn.
Het typerende leefgebied voor deze soort zijn open, laaggelegen vlaktes.
Ze komen ook voor in andere soorten landbouwgebieden, prairies, kustwouden (inclusief mangrovebossen), kokosnootplantaties, en open vlaktes.
Het zijn zowel aaseters, als efficiënte jagers.
Caracara's kunnen een dood dier van ver opmerken en zwermen er dan samen met gieren opaf.
Als de Noordelijke kuifcaracara zelf op jacht gaat staan er meestal knaagdieren, andere jonge vogeltjes, schildpadden, hagedisjes, kikkers, eieren, wormen en insecten op het menu.