Holenduif ( Columba oenas )

 

De holenduif is ongeveer 30 cm lang en heeft een spanwijdte van 60-66 cm.

De veren zijn blauwgrijs zonder wit, bij weerszijden van de hals glanzend groen en op de borst bleek oranje.

De vleugels hebben een zwarte rand.

De ogen zijn zwart. 

 

De holenduif heeft jaarlijks twee of drie, soms zelfs vijf legsels met meestal 2 eieren.

De broedduur bedraagt 16-17 dagen.

Zoals de naam al suggereert, zijn het holenbroeders: zij gebruiken holtes in bomen, nestkasten, oude gebouwen en soms konijnenholen.

De nesten zijn niet veel meer dan enkele takjes bij elkaar.

Goede broedplekken worden jaarrond verdedigd.

De jongen zitten zo'n 24 dagen op het nest.

Ze zijn na 37-40 dagen zelfstandig.

 

Het voedsel is vooral plantaardig en bestaat uit zaden en andere plantdelen.

Foerageert op de grond, vaak in groepen.

Ze zijn vaker in graslanden te vinden dan houtduiven.

Holenduiven zijn standvogels en zwervers, die vooral in de winter in groepen naar voedsel zoeken.

Duiven uit noordelijke streken zakken af naar onder meer ons land omdat hier gemakkelijker aan voedsel te komen is.

 

Standvogel

Zomergast

Wintergast