Cetti's zanger ( Cettia cetti )

 

De cetti’s zanger heeft een verborgen levenswijze.

Hij laat zich herkennen aan een zeer kenmerkende en explosief voorgedragen zang.

De laatste jaren neemt het aantal in ons land toe doordat de winters niet meer zo streng zijn.

Het is een  kleine bruine zangvogel met een ronde, vaak opgewipte staart.

Diep roodbruin van boven, meer grijs van onderen.

Opvallend kop patroon met donkere oogstreep en lichte wenkbrauwstreep en twee witte halve maantjes onder en boven het oog.

Kan ook te verwarren zijn met kleine karekiet of snor, maar heeft een compacter lichaam en meer rossig warm bruine in plaats van geelbruine kleur.

 

 

De cetti’s zanger komt altijd in de buurt van water voor in dicht struikgewas of weelderige begroeide sloten.

Het voedsel bestaat uit insecten en andere ongewervelden.

Broedt van april tot juli/augustus. Heeft 1-2 legsels met meestal 2-4 eieren, soms 5. Broedduur 16-17 dagen.

Alleen het vrouwtje broedt.

Slordig nest wordt vaak laag gebouwd  in dichte vegetatie, in moerassig gebied in de buurt van water, maar wel boven droge grond.

Jongen na 14-16 dagen vliegvlug. Daarna nog 2 weken door de ouders gevoerd.

Hierna heeft de soort vaak nog tijd voor een tweede legsel.

De jongen van het tweede legsel worden nog het verlaten van het nest zo'n 26 dagen gevoerd.

De cetti's zanger is een korte-afstandstrekker die door strenge winters hard getroffen wordt, maar zich flink uitbreidt na een zachte winter.

 

Standvogel

Zomergast

Wintergast