Blauwgele ara ( Ara ararauna )

 

Dankzij zijn lange staartveren kan hij wel meer dan 85 centimeter worden.

Hij heeft een lichtgroen voorhoofd.

Dit groen loopt over in verschillende kleuren blauw.

Zijn nek en borst zijn felgeel gekleurd.

Net onder de snavel zijn nog wat zwarte veren te vinden.

Rondom de ogen heeft deze vogel geen veren.

De huid is hier wit gekleurd met zwarte strepen.

Ara’s hebben een naar beneden gekromde bovensnavel, die behoorlijk sterk is.

Zo sterk zelfs dat ze met hun hele gewicht wel meer dan een minuut aan hun snavel kunnen hangen.

Bij het klimmen en klauteren in de bomen wordt de snavel dan ook heel veel gebruikt.

De blauwgele ara komt vooral voor in het noorden van Zuid-Amerika.

Ze leven in het tropisch regenwoud in de buurt van water of in begroeide moerasgebieden.

Vanaf de grond zijn de dieren moeilijk te zien.

Goed te horen zijn ze daar wel. Ara’s kunnen heel hard krijsen en houden zo contact met elkaar.

Ze eten voornamelijk zaden, noten en vruchten die zij vinden in het tropisch woud.

Niet alleen bij het klimmen in de boom komt de snavel goed van pas, maar ook bij het eten.

Er is geen enkele noot die een ara niet kan kraken.

Met één van zijn poten houdt hij een noot stevig vast. Met de tong draait hij de noot in de juiste positie.

Dan kraakt de ara de noot open met behulp van zijn sterke snavel.

Wilde ara’s eten vaak een portie klei.

Dit doen zij om gif kwijt te raken. Sommige vruchten die de ara’s eten bevatten namelijk giftige stoffen.

De klei neemt dit gif met zich mee. Als de vogel dan ontlast, verdwijnt het gif met de klei uit het lichaam.

Sommige indianen van het regenwoud apen dit overlevingstrucje van de vogels na.

Ara’s zijn erg sociale dieren. Dit betekent dat ze grote delen van het jaar in groepen leven.

Ze hebben onderling veel lichamelijk contact. Zo verzorgen ze bij elkaar bijvoorbeeld de nekveren.

Als een mannetje en een vrouwtje elkaar eenmaal gekozen hebben, blijven ze vele jaren samen.

Wanneer ze samen door het regenwoud vliegen, doen ze dit soms zo dicht bij elkaar dat hun vleugels elkaar raken.

De dieren kunnen makkelijk een leeftijd van 50 tot 60 jaar behalen in het wild en in gevangenschap zelfs tot meer dan 80 jaar.