De Australische kuifduif komt in geheel Australië voor en is ongeveer 32 cm. lang.
Zowel de doffer als de duivin zijn exact hetzelfde getekend.

Wat bij deze duif opvalt is de mooie grote kuif die in het verlengde van de snavel de lucht in steekt.

De kleur is overwegend blauw/grijs met de mooie glanzende band op de vleugels die in het zonlicht bij bewegen van donkerblauw over rood naar groen kan verkleuren.
De kop en keel zijn lichtgrijs; de zijkanten van de nek zijn rose.
De borst en onderzijde zijn lichtgrijs.

De zijkanten van de borst zijn zalmroze. Het bovenlichaam is grijsmet zwarte dwarsstrepen.

Nek, rug, stuit en onderbuik zijn olijfbruin.

De vleugels zijn kort en rond.

De vleugeldekveren zijn bruinachtiggrijs met een rose gloed en vertonen smalle zwarte dwarrsstrepen.

De kleine vleugelpennen zijn bronsgroen met een staalblauwe glans en hebben een witte omzoming.

De grote slagpennen zijn zwart.
Het is één van de zeer weinige soorten die bij het vliegen met hun vleugels een fluitend geluid maken.

Ander geluid maken deze duiven niet of nauwelijks.

Het paringsgeluid is ook bijna geruisloos.

De staart is lang en zwartgrijs gekleurd.

De uiteinden van de staartpennen hebben witte punten.
De bovenstaartdekveren zijn olijfbruin.

De snavel is zwart of grijsachtiog en is aan d ebasis liochtgrijs.

De poten zijn rose rood.

De ogen zijn gelrood of oranje.

De washuid om de ogen is purperrood of roseachtig rood.