Aalscholver ( Phalacrocorax carbo ) 

 

Aalscholvers zijn vrij grote zwemvogels die voornamelijk van vis leven.

Aalscholvers eten wat ze kunnen vangen.

Snellere soorten zijn moeilijker vangbaar dan tragere.

Ook de grootte is van belang: kleinere soorten/individuen kunnen gemakkelijker worden doorgeslikt dan grotere, al gebeurt het regelmatig dat aalscholvers (te) grote vissen vangen die ze dan niet krijgen doorgeslikt.

Een volwassen aalscholver eet per dag gemiddeld 500 gram vis.

Die hoeveelheid kan echte sterk variëren doorheen het seizoen.

Vissen worden integraal ingeslikt en verteerd.

Grotere en dikkere visbeenderen kunnen vaak niet volledig worden verteerd en worden dan halfverteerd uitgebraakt in braakballen.

De jongen worden gevoed door de oudervogels die het halfverteerde voedsel opbraken.

 

Ze hebben een lange snavel met aan de bovenzijde een haakvormige punt die uitsteekt tot over de onderzijde.

Het is een grote zwarte vogel met lange dikke hals, zwarte bronsgetinte schubtekening op de vleugels.

Aalscholvers zitten vaak met uitgespreide vleugels op een rots, ponton, paal, op de grond of in een boom.

Er bestaan heel wat theorieën over de reden van dit opvallend gedrag maar algemeen wordt aangenomen dat ze dit doen om hun verenkleed te laten drogen.