Dennenspanner ( Bupalus piniaria )
Bij het mannetje is de bovenkant van de voorvleugel zwartbruin langs de omtrek en in de vleugelpunt; het binnenste deel van de vleugel is witachtig geel.
Bij het vrouwtje zijn de randen en de vleugelpunt middelbruin en is het binnenste deel van de vleugel lichtbruin.
Net als een dagvlinder houdt deze soort de vleugels in rust tegen elkaar boven het lichaam, waarbij de witachtige streep en de donkere dwarslijnen op de onderzijde van de achtervleugel opvallen.
Bij het mannetje zijn de antennen geveerd, bij het vrouwtje niet.
Vliegtijd : Begin mei-eind juli in één generatie.
Op warme dagen vliegen de mannetjes rond naaldbomen, vooral volgroeide dennen.
Zowel mannetjes als vrouwtjes kunnen uit de takken worden geklopt en komen op licht, de mannetjes soms in redelijke aantallen.
Waardplant: Vooral den, als er te weinig dennen aanwezig zijn ook andere naaldbomen.