Dwergbidsprinkhaan ( Ameles spallanzania )
De soort heeft een lengte van 18 tot 25 millimeter.
De kleur is variabel groen, grijs of bruin of gemengd van deze.
De vrouwtjes hebben zeer korte vleugels, 4,5 tot 7 millimeter, en kunnen niet goed vliegen.
Ze krullen vaak hun lijf omhoog.
De vleugels van de mannetjes zijn langer, tussen de 15 en 24 millimeter, steken van achteren uit, en zij kunnen wel goed vliegen.
De mannetjes lijken veel op Ameles decolor.
De soort komt voor in Zuid-Europa en Noord-Afrika.
De volwassen dieren zijn te vinden van juni tot oktober.
Ameles spallanzania leeft in droge en warme, rijk gestructureerde habitats zoals struikachtige weilanden en graslanden, kruidengemeenschappen (bijv. distels), braakland, bosranden etc.
In tegenstelling tot de veel grotere gewone bidsprinkhaan kannibaliseert het vrouwtje van deze soort het mannetje niet tijdens het paren.
Hun kleine oothecas (eikapsels) zijn vaak bevestigd aan de voet van een rots.
Het vrouwtje van de Europese dwergbidsprinkhaan heeft een zeer breed achterlijf dat altijd omhoog gekruld is en haar ogen hebben een puntig uiterlijk.