Heeft vaak een tweekleurige onderkant (donkerrood of zwart centrum met een lichtere randzone) wat hem onderscheidt van veel lieveheersbeestjes (komt ook voor bij tienstippelig lieveheersbeestje).

Samen met het duidelijk kleinere tienstippelig lieveheersbeestje de enige soort met een deuk dwars over de achterkant van de dekschilden; deze deuk is echter bij sommige exemplaren slecht zichtbaar of geheel afwezig.

De vorm spectabilis heeft een zwart halsschild met brede witte randen en zwarte dekschilden met op elk dekschild twee rode of oranje vlekken.

Een van oorsprong Aziatische soort die in Europa is ingevoerd als plaagbestrijder.

 Overal bij ons aanwezig en vaak erg algemeen.

Lijkt recent iets af te nemen in aantal.

 Komt voor in allerlei biotopen, vaak in grote aantallen in het stedelijk gebied.

Algemeen van het vroege voorjaar (maart) tot laat in de herfst.

Voedsel bestaat uit Bladluizen, schildluizen, kevers en hun larven en poppen, ook kannibalistisch.