Van de meeste soorten te onderscheiden door het witte halsschild met zwarte vlekjes en de rode dekschilden.

Karakteristiek is de afgeplatte vorm van de dekschilden en de vaak licht gekleurde zijranden van de dekschilden.

Het is een variabel lieveheersbeestje met een vaak rommelig aandoende zwarte tekening. 

 

Vrij algemeen en door het gehele land aangetroffen met nadruk op de binnenlandse zandgronden.

Hun voedsel bestaat uit bladluizen.

Komt voor in beplantingen met naaldhout met een voorkeur voor dennen.

Wordt aangetroffen in bossen, heideterreinen, duinen maar ook in stedelijk gebied.

 Kan het gehele jaar worden gevonden, het meest van het vroege voorjaar (maart) tot oktober met een piek in april.

Lieveheersbeestje op de foto zat te zonnen op een den in de maand februari wat tamelijk vroeg was.