Kleine knotswesp ( Sapygina decemguttata )
De kleine knotswesp heeft witte vlekjes op het zwarte achterlijf, zowel vrouwtjes als mannetjes zijn niet groter dan 1 cm.
Deze vrij zeldzame wesp heeft een smal cilindrisch lichaam, dat zwart gekleurd is met een blekere vlektekening.
De voelsprieten zijn knotsvormig verdikt.
Het geschikte biotoop is bosranden, oude palen langs weilanden en in tuinen in stedelijk gebied.
Uitbreiding van het aantal insectenhotels (en daarmee de geschikte gast: de Tronkenbij zal mede van invloed zijn.
Goed te observeren doordat het beestje vaak roerloos zit te wachten bij de nesten van de Tronkenbij.
De eerste larve die uitkomt doodt eerst de mogelijke andere Sapygina-larven om daarna de bijenlarve uit te zuigen.
Vervolgens worden de stuifmeelpollen verorberd.
De wesp komt voor van mei tot september.