Rozenmosgalwesp ( Diplolepis rosae )

 

Net als andere galwespen worden de eitjes afgezet in planten.

Deze  vormen een woekering die de larven niet alleen beschermt maar ook van voedsel voorziet.

De kenmerkende gal van wordt bedeguaargal of slaapappelgal genoemd en heeft een ragebol-achtige structuur met haar-achtige vertakkingen.

De gallen komen vaak voor op rozentakken en zijn ongeveer 5 centimeter in doorsnede.

In de gal komen in aparte kamertjes meerdere larven voor.

De zich ontwikkelende larven vreten het hele jaar door in deze gallen.

Binnenin bevinden zich kamers, waarin zich ca. 60 witte larven voeden.

In de herfst drogen de gallen uit, maar blijven aan de rozenstruik hangen.

De gallen blijven 2 tot 3 jaar in de rozenstruik.

Met name wilde rozen worden hierdoor aangetast.