Ophion obscuratus

 

Sluipwespen leven parasitair: zij leggen hun eitjes in levende prooien die daarna door de sluipwesplarve van binnenuit worden opgegeten. Sommige soorten zijn zo efficiënt in het vernietigen van hun gastheer dat ze zelfs commercieel worden ingezet bij plaagbestrijding.

Ophion obscuratus is één van de sluipwespen die in ons land voorkomt.

Deze soort is met z’n 22 mm een reus onder de sluipwespen.

Ze onderscheidt zich van andere, sterk gelijkende soorten o.a. door de bleke tekening op het borststuk en de kop.

De soort komt voor in drie vormen: een kleine voorjaarsvorm, een dwergvorm (in de herfst) en de reuzenvorm (eveneens in de herfst).

Ophions gaan ’s nachts op zoek naar voedsel voor hun nageslacht en worden sterk aangetrokken door licht.

Deze soorten kan je dan ook vaak aantreffen op verlichte ramen en zelfs rond de koplampen van auto's.

Sluipwespen staan bekend om hun uitstekend reukvermogen.

Met hun lange antennes, kunnen ze het geringste geursignaal opvangen.

Hierdoor zijn ze in staat om zeer gericht op zoek te gaan naar hun prooien.

Eens een potentiële prooi wordt gelokaliseerd, wordt ze met één steek tijdelijk verdoofd.

Daarna legt de sluipwesp één eitje in haar prooi, die na de steek weer bij 'bewustzijn' komt.

Dit eitje ontwikkelt zich in de gastheer tot larve en doet zich dan tegoed aan het zachte binnenste van de vlinderrups.

Daarna komt de sluipwesplarve uit de (leeggegeten) vlinderups tevoorschijn en verpopt ze zich in een harde zijdecocon op de grond.

Vrouwtjes sluipwespen leggen hun eieren in nachtactieve rupsen van verschillende soorten nachtvlinders.

Vooral de soortenrijke groep van de uilen is erg in trek.

Terwijl de meeste sluipwespen gezegend zijn met een gigantische legboor houden Ophions het wat meer bescheiden.

Met hun klein maar stevig steekapparaat slagen ze er zonder moeite in om de zachte rupsenhuid van nachtvlinders te doorboren.

Met deze angel kunnen ze ook de mensenhuid doorboren maar echt pijnlijk zijn deze prikken niet.