Grote zijdebij ( Colletes cunicularius )
De grote zijdebij is een voorjaarssoort die een voorkeur heeft voor bloeiende wilgen.
In veel opzichten lijkt de soort op de honingbij, maar is wat kleiner.
Belangrijk verschil is ook dat het vrouwtje de nectar in haar krop verzamelt en zo naar haar nest vervoert.
De mannetjes worden 11 tot 14 mm lang, de vrouwtjes en 13 tot 14 mm.
De dieren nestelen in gangen in een vrij kale zanderige ondergrond.
De nestgangen komen wel een meter diep en lopen vaak horizontaal.
De grote zijdebij vliegt maart tot juni met een piek halverwege april en vliegt daarmee vroeger dan andere zijdebijen.
De soort voedt zich met wilg, met name boswilg en kruipwilg.
De soort overwintert als imago in een nestcel.
Het zijn vrij dicht behaarde bijen waarvan het borststuk bruinachtig behaard is en bij jonge bijen donkerbruin .