Duitse wesp ( Vespula germanica )

 

De Duitse wesp behoort tot de papierwespen en heeft een overwegend zwarte kleur met gele vlekken en strepen.

Het is daarnaast een insect dat in kolonies leeft, en nesten bouwt van houtvezels zodat het nest een papierachtige textuur heeft.

Net als andere papierwespen kan de Duitse wesp pijnlijk steken doordat de vrouwtjes, die het talrijkst zijn en het gehele jaar voorkomen, een angel bezitten.

De wesp komt algemeen voor in België  maar is minder talrijk dan de sterk gelijkende gewone wesp.

Ze leeft hoofdzakelijk van andere insecten en speelt het grootste deel van het jaar een zeer nuttige rol door plantenetende insecten op te ruimen.

In de herfst echter zoekt de Duitse wesp net als de gewone wesp naar zoetigheden en wordt gezien als plaaginsect door bezoekers van terrassen.

De Duitse wesp verdedigt het nest fel waardoor het opruimen beter aan een professioneel verdelgingsbedrijf overgelaten kan worden.

De werksters van de Duitse wesp hebben een lichaamslengte van 12 tot 15 millimeter, de koningin wordt groter tot 20 mm.

De Duitse wesp heeft gele en zwarte kleuren, met name aan de kleuren van de kop is de soort te onderscheiden van gelijkende wespen.

Wespen hebben net als alle insecten een driedelig lichaam, naast de kop is er een borststuk of thorax en een achterlijf of abdomen.

Bij de vliesvleugeligen echter is deze indeling niet te zien omdat het eerste deel van het achterlijf is gefuseerd met het borststuk, dit deel wordt het propodeum genoemd.

De rest van het achterlijf is duidelijk afgesnoerd en wordt gaster genoemd.

Wat opvalt aan de kop zijn de grof gebouwde antennes, die relatief dik zijn en zwart van kleur, de antennes eindigen duidelijk verdikt.

De antenne heeft net als alle vliesvleugeligen een gewricht-achtige knik na het eerste segment, hierna volgen alle andere segmenten.

De ogen zijn kenmerkend, ze zijn langwerpig-ovaal van vorm en bedekken een groot deel van de voorzijde van de kop maar hebben een soort inkeping in het midden aan de binnenzijde; hier is een uitsteeksel van het kopschild aanwezig dat correspondeert met de antenne-basis.

De ogen worden wel samengestelde ogen genoemd en bestaan uit vele kleine, individuele oogjes die de ommatidiën worden genoemd.

Aan de bovenzijde van de kop zijn net als bij de meeste vliesvleugeligen drie kleine enkelvoudige oogjes aanwezig die de ocelli worden genoemd.

De ocelli zijn minder goed ontwikkeld dan de samengestelde ogen, ze kunnen geen beelden vormen en dienen om grove lichtverschuivingen waar te nemen. Aan de voorzijde van de kop is de clypeus aanwezig, dit is het 'gezicht' van de wesp.

De clypeus is bij wespen groter dan veel andere insecten, bij de Duitse wesp is de clypeus altijd geel van kleur en heeft meestal drie zwarte vlekken.

De kop is voorzien van opvallende beharing, er is geen sprake van een dichte beharing maar de haren zijn wel lang en hebben een zintuiglijke functie.

De poten zijn geel, de uiteinden zijn donkerder tot oranje van kleur.

De drie paar poten van de Duitse wesp bestaan net als alle insecten uit vier delen; een heup of coxa, een dij of femur en een scheen of tibia.

Het laatste deel wordt de voet of tarsus genoemd en bestaat uit vijf segmenten.

Het laatste segment bevat de klauwtjes, kleine haakjes waarmee de wesp zich vasthaakt aan het substraat.